Blauwe hemel en herfstkou in de lucht. In het bos word ik omringd door vogelgeluiden en kleur, op enkele plekken ligt al een tapijt van afgevallen blad. Aan sommige bramen zitten nog vruchtjes en de hulst zit vol bessen. Ook de rozerood met oranje vruchten van de wilde kardinaalsmuts vallen op. Er schiet af en toe een eekhoorn weg die druk doende is zijn wintervoorraad bijeen te rapen. Gelukkig zie ik ook weer wat meer merels rondscharrelen op zoek naar regenwormen. Ik heb ergens gelezen dat merels regenwormen via hun gehoor vinden Dat verklaart waarom ze regelmatig hun kop schuin houden als ze door de strooisellaag , of op je grasveld, rondhuppen.
Ook in mijn tuin is nog genoeg te beleven. Bottels van de klimroos piepen boven de schutting uit, in de border staan uitgebloeide planten met zaaddozen naast bloeiende siergrassen, sedums en herfstasters. Aan de prachtkaars, geranium Rozanne en oost-indische kers zitten nog enkele bloemen die voor kleine toefjes kleur zorgen. Verderop in de straat staat een dahlia uitbundig en nogal parmantig te bloeien. Jaloers loop ik erlangs en ik beloof mijzelf ter plekke dat ik aankomend jaar niet zal vergeten zelf dahlia’s te planten.
